maandag 19 oktober 2015

ANNA'S JAREN (101) - Aangebroken nieuwe tijd

Hoe snel intimidatie en propaganda door de Duitsers effect konden sorteren, blijkt uit een fotopagina van ‘Het Leven’, al vier dagen na het bombardement. Je vraagt je af wat er in zo’n korte tijd met de onafhankelijke journalisten is gebeurd.
‘Een nieuwe tijd is aangebroken’, kopt een pagina met drie foto’s. Nou, dat is in elk geval goed geconstateerd; maar dan, de bijschriften van de foto’s.
Bij een portret van de opperbevelhebber van de Duitse legergroep in Nederland, General-Leutnant Hansen  (het stuk gannef kijkt naar de fotograaf met een kop of hij wil zeggen ‘in één keer goed, of je zult er van lusten’): 
‘door wiens persoonlijke ingrijpen terstond na het beëindigen der vijandelijkheden de rust in ons land volledig is teruggekeerd.’
‘Ga fietse stelen’ (donder op), was de reactie van menige Rotterdammer hierop. Niemand kon toen al vermoeden dat de ‘rustbrengers’ dat later ook letterlijk zouden doen, om te beginnen met die van de Joden.
Bij een foto van General-Leutnant Von Tiedeman op het stadhuis te Amsterdam:
‘De troepen met welke hij Amsterdam bezette, zijn dezelfde, die onder zijn bevel in Polen hebben gestreden; uiteraard hadden zij ook deel genomen aan de strijd in Nederland. 
Van hun schitterende discipline en volmaakte uitrusting heeft de hoofdstad zich tijdens hun doortocht op 16 mei kunnen overtuigen.’
Zeker – waren de reacties – ook de Polen waren, op zijn Rotterdams, ‘besjokke’ met hen.
Op de derde foto wordt een kaart van Amsterdam aangedragen ‘ten behoeve van den Stadscommandant’.
Het bijschrift eindigt met de zin: 
‘Amsterdam heeft geheel zijn normale uiterlijk herkregen; allerwegen is het dagelijksch werk hervat en in rustig vertrouwen gaat de bevolking een nieuw tijdperk tegemoet’.
Oftewel volgens Rotterdammers: ‘morrege terugkomme met un stukkie brood’, ‘knijverzaks’ dat ongeveer staat voor ‘er is werk voor een hele dag’.
Kortom, voorlopig hoefden de moffen niet te rekenen op al te veel positieve respons.

Toen de Duitse soldaten door Amsterdam trokken, wilden maar enkelen dat aanschouwen. Mensen die toevallig op straat liepen, keken niet op of om, er werd gehuild. Maar er waren er ook die de Duitse troepen met een ‘Sieg Heil’ en gestrekte arm begroetten. 
Toen al.
En uit sommige woningen werd gevlagd. Niet met rood-wit-blauw, maar met de hakenkruisvlag. 
Toen al.
Van tevoren ingekocht, die vlaggen, en zorgvuldig bewaard tot de heuglijke dag daar was.
In sommige kustplaatsen ontstonden verschrikkelijke situaties doordat mensen, die have en goed inderhaast hadden achtergelaten, wanhopige pogingen deden een plaatsje te bemachtigen op boten waarmee geprobeerd ging worden naar Engeland over te steken. Er werd soms gevochten om de weinige plaatsen en de meesten keerden onverrichter zake terug naar huis.
Er stond Nederland nog heel wat te wachten, al keerde de rust schijnbaar weer. In eerste instantie hadden de Duitsers orders gekregen de Nederlanders zoveel mogelijk te vriend te houden. De Nederlanders werden gezien als broedervolk en hun land zou met beleid worden ingelijfd in het Groot-Germaanse Rijk. De Nederlandse overheid spoorde trouwhartig de burgers aan zich te conformeren aan de ‘aangebroken nieuwe tijd’.

Hoe groot de impact van het moment van bombarderen werkelijk moet zijn geweest in Rotterdam, blijft in zekere zin onpeilbaar. Bij alle verhalen in de familie werd juist over dat inferno zelf nauwelijks gesproken en dat geldt ook voor de direct daarop volgende ellende. Mogelijk is het eenvoudigweg ook niet te beschrijven. De verhalen in de familie gingen aanvankelijk vrijwel altijd over situaties van vóór of ná de oorlog of hoogstens van vóór of ná het bombardement, alsof het niet meer dan markeringspunten waren. Wellicht was het de totale ontreddering van de oorlogsjaren die de trauma’s van het bombardement in de schaduw stelde. Maar het blijft niet onwaarschijnlijk dat de alles verwoestende klap van het bombardement dermate hard aankwam, dat de gevoelens die deze met zich bracht moeilijk of in het geheel niet onder woorden waren te brengen. Waarschijnlijk waren de verschrikkingen voor een normaal mens gewoon niet te bevatten. Aangeslagen, in shock en bij het apathische af waren de Rotterdammers, veel meer kwam je er niet over te weten.
(wordt vervolgd)

nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten