dinsdag 29 maart 2016

ANNA'S JAREN (133) - Dromen van andere tijden

Rotterdam anno 2016. Zij staan er nog, de woningen van Wielewaal, na vijfenzestig jaar. Het was echter wel degelijk de bedoeling ze na vijfentwintig jaar te slopen. Nu nog vormen zij, danig in verval, een geïsoleerde wijk van 540 woningen zonder winkels in de directe omgeving en verstoken van voorzieningen, waarvan echte nieuwbouwwijken profiteren. De huurders nemen de ongemakken van de abominabele bouw voor lief omdat er lage huren tegenover staan en het er onstads groen is. Maar het moet nu dan toch afgelopen zijn met Wielewaal en er moet een gefaseerde nieuwbouw komen, te beginnen met seniorenflats. Daar is een bouwperiode van tien jaar voor nodig.

In het voorjaar van 1942 had het Duitse leger alles in het werk gesteld om zich in Rusland te revancheren, het veroveren van de olievelden in de Kaukasus, van groot belang voor het Russische leger en de industrie had daarbij een hoge prioriteit. Aanvankelijk was de Duitse strategie succesvol en waren grote delen van het Russische leger omsingeld. In Nederland was de ‘Nederlandsche Oost-Compagnie’ opgericht, een organisatie die moest gaan zorgen voor de wederopbouw in de door de Duitsers op Rusland veroverde gebieden. Rost van Tonningen was er bij betrokken en enkele honderden Nederlanders, veelal NSB’ers, waren vertrokken naar de Oekraïne. 
Maar nadat de gebieden door de Russen waren heroverd zat er voor hen niets anders op dan naar Duitsland af te reizen. 
Eind mei kwamen massale bombardementen op Duitse steden door de Britten; Keulen werd het eerst getroffen, en de Amerikanen stopten de Japanse opmars in de Grote Oceaan. Een lichtpuntje, dat werd overschaduwd door de verovering van Tobroek door Erwin Rommels Afrika-korps. De buit aan wapens en voorraden was enorm en er werden 25 duizend Britten krijgsgevangen gemaakt. Maar de hierop door Churchill tot bevelhebber van het Achtste Leger benoemde generaal Bernard Law Montgomery  beloofde voorgoed met ‘die lastpost Rommel’ te gaan afrekenen.

(Afb.: Wikipedia)
Terwijl in Europa vele Joden wanhopig probeerden de dood te ontlopen door te bewijzen geen Jood te zijn – ‘arisering’ werd dat proces genoemd –  nam in Amerika Bing Crosby midden in de zomer ‘I’m Dreaming Of A White Christmas’  op. Alsof er geen oorlog was, alsof het daar niet kokendheet was op dat tijdstip, alsof Europa niet van iets anders droomde. Wat niet wegneemt dat het nummer tot op heden met de Kerst nog steeds niet is weg te branden op de radio. En dat is des te merkwaardiger omdat Bing Crosby de omwenteling in de lichte muziek, veroorzaakt door pop en rock, verder totaal niet overleefde; anders dan zijn generatiegenoten Billie Holiday en Frank Sinatra, die nog steeds van invloed zijn. Dat een grootheid als Ella Fitzgerald daarin weinig meedeelt komt waarschijnlijk doordat zij het vooral van haar virtuositeit moest hebben.

Niet van een witte kerst maar van andere tijden droomden zij. Zo’n acht jaar eerder waren zij vanuit Frankfurt am Main naar Amsterdam gekomen, om te ontkomen aan de vervolging door de nazi’s. En nu moesten zij ook daar onderduiken nadat het Otto Frank  niet was gelukt om met zijn gezin naar Amerika te emigreren. Het moment van onderduiken door de familie Frank was geen dag te vroeg gekozen, want het was niet alleen in Rotterdam dat veel politiemannen niet zuiver op de graat waren. De situatie in Amsterdam was zo mogelijk zelfs nog ijzingwekkender. Hier zette de hoofdcommissaris Sybren Tulp  een bataljon in om Joden te pakken.
Amper dertien jaar was dochtertje Anne toen de familie Frank wegkroop in het achterhuis, verstopt achter een boekenkast die de toegang vanuit het voorhuis camoufleerde. In dat voorhuis werkte het personeel van Otto Franks bedrijf ‘Opekta’ en enkele van de medewerkers wisten van de onderduikers. Ruim twee jaar van hun leven zouden acht mensen op deze plek doorbrengen, de familie Frank, de familie Van Pels en de tandarts Pfeffer. Twee jaar, tot het verraad in 1944. Twee jaar, waarin Anne Frank haar beroemde dagboek zou schrijven om na dat verraad plotseling te stoppen.
Miep Gies, een van de helpers van de familie Frank, had Annes dagboekaantekeningen veiliggesteld en aan Otto Frank gegeven. Annes vader, de enige die de oorlog heeft overleefd, moest aanvankelijk grote moeite doen om het dagboek van Anne uitgegeven te krijgen. In 1947 kwam de eerste, door hem geredigeerde uitgave. De mondiale populariteit van het boek kwam pas jaren later, nadat het theaterstuk ‘Anne’ in New York een succes was geworden.
In de tv-documentaire ‘De magie van het dagboek van Anne Frank’, waarmee Astrid Joosten  in 2015 kwam, belicht zij hoe omvangrijk uiteindelijk de invloed van Annes werk is geworden. Zeventig jaar na Annes dood waren er 35 miljoen exemplaren in druk verschenen. In Argentinië werd het boek na de val van Videla’s gruwelijke dictatuur verplichte lectuur op school, evenals in verschillende staten van de VS, waar het onderdeel uitmaakt van de voorlichting over de Holocaust.
Sinds 2009 staat Annes dagboek op de Werelderfgoedlijst voor documenten van de UNESCO.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten