dinsdag 4 april 2017

ANNA'S JAREN (206) - Daad of misdaad

Waar en hoe precies kwam mijn oom aan zijn einde? De oom, over wie met zoveel liefde werd gesproken. De oom die ik eigenlijk alleen maar ken van een foto. Het konterfeitsel van een echte heer, met colbert, gilet en stropdas. Het stropje iets te strak aangetrokken, want de punten van zijn boordje krullen een klein beetje op. Hij kijkt ernstig, alsof hij onheil voorziet.
Als Karel in of nabij Dresden was, in wat voor hel kwam hij dan terecht?

➧ Het stenen bruidsbed  en Slaughterhouse-Five, or The Children’s Crusade.  Ik lees ze pas in de jaren zeventig en nog is het niet mogelijk mij onbevangen op de inhoud te concentreren, zonder steeds weer te denken aan Karels laatste momenten. De gezwollen taal van Harry Mulisch doet mij aanvankelijk zijn boek van mij werpen.
‘Haar benen neurieden achter een waas blonde haartjes.’ 
Ook in het tien jaar later uitgekomen Slaughterhouse-Five, komt de hel voor mij niet uit de verf. Het verhaal van een anti-held, dat het verlies van menselijke waardigheid koppelt aan ervaren ellende en wreedheden, met verwantschap aan het boek van Mulisch. Niet sterk genoeg om de beschuldigingen van plagiaat, die in de richting gingen van de schrijver, Kurt Vonnegut, te rechtvaardigen. Deze liet weten Het stenen bruidsbed  niet te kennen. Vonnegut zou in zijn boek zijn persoonlijke ervaring van het bombardement van Dresden hebben verwoord. Een ervaring waarmee hij jarenlang had geworsteld. ‘So it goes.’
Hoe was Karels hel, verdomme?
Ik had wat geduld moeten hebben, want het inferno van Dresden komt in Het stenen bruidsbed  wel degelijk aan de orde. 
Tweehonderdvijftigduizend doden in een uur, terwijl de Russen al in Bohemen stonden en de oorlog verloren was (...) De hele keet begon te deinen (...) Het was of de hemel omlaag kwam (...) De hele stad gilde, en dan de bommen, en de vliegtuigen, en de huizen die instortten (...) Alles brandde, de hele stad, de straten waren veranderd in ovens (...) En toen barstte de storm los (...)
Mulisch houdt zich bezig met de relatie tussen daders en getroffenen in het verhaal over de Amerikaan, die deelnam aan het bombardement. En synchroniseert in zijn boek de Tweede Wereldoorlog met de Trojaanse oorlog. De vernietiging van Dresden was even zinloos als die van Troje, Rome en Cartago.
Mulisch schrijft het boek in een tijd dat er regelmatig discussie is over de bestraffing van oorlogsmisdadigers. De maatstaven werden en worden nog steeds aangelegd door overwinnaars. Hoe objectief is de vaststelling dat een oorlogshandeling een misdaad is?

Als het werkelijk de bedoeling was door het bombardement op Dresden de naderende Russen te laten zien waartoe de geallieerden in staat waren, was het dan nog een aanvaardbare oorlogshandeling volgens de conventies van Genève? Was de Engelse luchtmaarschalk Arthur Harris, die hetzelfde effect wilde bereiken als in Hamburg, dan niet een oorlogsmisdadiger? Hoewel Harris niet de bedenker was van de tapijtbombardementen, voerde hij wel het bevel. 
En hoe zit het met de mensen die de oorlogshandelingen uitvoerden? Met de bemanning van de Enola Gay? Wat doet het met iemands verdere leven als hij door een luik te openen duizenden mensen onder zich de dood injaagt? Hoe anders is het als iemand er niet aan ontkomt een aanvallende vijand neer te maaien? Mijn gedachten gaan naar oom Dirk. Ik kan hem er niet meer naar vragen, als ik zou durven.  
(Foto: Wikipedia)

➧ Tien jaar na de bom verklaart Robert Lewis, de co-piloot van de Enola Gay, op televisie tegen een Japanse dominee dat hij in zijn logboek had geschreven: ‘My God, what have we done?’
Het was de beslissing van Harry S. Truman om de atoombom in te zetten. Een beslissing, die tot op de dag van vandaag wordt bekritiseerd. De strategische noodzaak is discutabel gebleven. Amerikaanse autoriteiten zijn de inzet van het massavernietigingswapen onontkoombaar blijven vinden. Zonder de inzet van de bom op Hiroshima zou het aantal slachtoffers van de nog te voeren strijd vele malen groter zijn geweest. Een half miljoen, volgens Truman, minder volgens zijn militairen.
Goed. Maar waarom dan ook nog Nagasaki? Voor het werpen van de tweede bom op Nagasaki hebben Trumans argumenten nauwelijks betekenis omdat de oorlog praktisch voorbij is. Waarom Japan niet wat meer tijd gegeven om na te denken over de situatie? Tegenstanders beweren dat de bom een morbide waarschuwing inhield naar de Russen. Zij schromen niet om Harry S. Truman, de boerenzoon uit Missouri die het tot president bracht, een oorlogsmisdadiger te noemen.
Een door de Amerikaanse regering ingestelde commissie onderzoekt later de doelmatigheid van de bombardementen in de Atlantische en Stille Oceaan. En komt tot de conclusie dat Japan al op het punt van capitulatie moet hebben gestaan toen de atoombommen vielen.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten