Nieuwjaarsdag. Na een
bezoek aan Rieka’s familie wandelden wij richting Katendrecht. Na vijf jaar
oorlogsellende konden de mensen elkaar weer geluk toewensen. Iedereen zocht
iedereen op, bijna iedereen lopend, in de netste kleren uit de kast. De nieuwjaarsdagen
van vlak na de oorlog werden vooral gekenmerkt door een gezellige drukte op
straat. Alles ging alle kanten op. Over en weer werd er uitbundig gegroet en
een gelukkig nieuwjaar gewenst. Jan kende veel mensen door zijn werk in de
haven. Het gegroet onderweg was dan ook niet van de lucht en wij werden er
steeds vrolijker door.
Eerst naar Anna en Pieter en dan naar Jillis. Het was
een ongeschreven wet dat iedereen de oudste uit het gezin opzocht, je had nog
protocollen. De huiskamer van Jillis en Tilly liep al snel vol, het was daar de
zoete inval, vrienden en kennissen kwamen delen in de feestvreugde. Uit te
delen was er vrijwel niets, sommigen brachten iets te eten of te drinken mee.
Aarzelend werden de eerste oliebollen op tafel gezet. De stemming werd
uitbundig als Jillis zijn banjo voor de dag haalde, er werd gezongen en
gelachen. De verhalen van vroeger kwamen weer boven, gekoesterde herinneringen
die vrolijk stemden.
En zo zou het nog jaren gaan op gezellige momenten.
Zingen, lachen en vertellen van voor de oorlog. Verhalen over de armoe die toen
nog erger was. Verhalen over Anna en haar Arabische kostganger.
‘You talk too much, Anna,
you talk too
much’.
Waar waren zij ook al
weer gebleven? De oorlog werd voorlopig zoveel mogelijk genegeerd, er werd
geprobeerd de draad weer op te pakken. De tijd zou leren dat de draad te
gerafeld was. Verhalen gingen over de nieuwsitems van toen, Kniertje, de
Titanic, de ramp met de Hindenburg, Mata Hari, Sacco en Vanzetti, Lindbergh,
Scarface, Beb van Klaveren, Van Meegeren, filmsterren, Josephine Baker, en Al
Jolson, altijd wel door iemand overdreven geïmiteerd:
Climb upon my knee, Sonny Boy
Though you’re only three, Sonny Boy…
En dan kwam het pas echt los, Tilly’s zus uit Den Haag zong
met haar hoedje op:
Ik heb een hoed
En dat hoedje
staat mij goed
Staat-ie zo (schuin links op het hoofd), dan staat-ie frans
En staat-ie zo (schuin rechts op het hoofd), dan krijg ik sjans…
En dan zag Jillis zijn kans schoon, en bracht hij staande
op een stoel met grote, illustrerende bewegingen van zijn magere armen zijn
‘komische voordracht voor één heer of dame’ (naar een tekst van Rie van Asperdt),
die hij luidkeels aankondigde als Flip
Slokop van Aldenbas:
…Nu zei Flip dat
is mij goed
En begon op
staande voet
In een oogwenk
waren de kersen half op
Het haar begon te
rijzen op de Jood zijn kop
Wel onfatsoenlijk
mens
Je hebt geloof ik
een zwanenpens
Maar Flip hield
woord
En at maar lustig
kersen voort
Ineens begon hij
uit allemacht
En sleepte hij het
laatste beetje in zijn wacht
Oh Vader Abraham
Isaak riep de Jood
Wie helpt mij nu
uit deze nood
Nu kom ik zonder
ketel thuis
En slaat mijn wijf
mij vast in gruis
Ik moest van het
geld een ketel kopen
Nu zal mijn wijf
mij het vel afstropen
Flip een
edelmoedig man in nood
Kreeg medelijden
met de Jood
En zei kom ga met
mij
Er zal nog wel een
ketel zijn
En zij stapten
blij van zin
Een ketelwinkel in
Baas Koperrood zo
sprak Slokop
Zoek mij je
grootste ketel op
Baas Koperrood die
ging terstond
En zocht zijn hele
winkel rond
Toen bracht hij
een ketel op de baan
Die nauwelijks in
het vertrek kon staan
Maar Flip die zei
heel kalm en koel
Is dat de grootste
van je boel
Dat zal wel niet
meneer
Die poep ik vol in
ene keer
Wat riep de man
als je dat kan
Verwed ik de ketel
eraan
Maar als je hem
niet tot de rand toe vult
Dat je hem dubbel
betalen zult
Flip zet zich neer
en niet de ketel alleen
Het kwam er zelfs
al overheen
Stop zei de man je
kunt wel gaan
Nee zei Flip er
komt nog meer aan
Hij had nog niet
de volle gedaan
Of ze moesten op
de stoelen staan
Nu dat was eerlijk
verdeeld
De Jood die kersen
verloor
Had daar een
nieuwe ketel voor
De koperslager had
voor zijn waar
Een goede mest
voor wel tien jaar
En Flip die eens
lekker gegeten had
Zo hadden ze met
z’n drieën wat
(volgende
keer meer)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten