Het
Kralingse Bos was aangelegd op grond die vrijkwam bij het graven van de
Waalhaven. Daarmee was de laaggelegen omgeving van de Plas opgehoogd. Het
duurde nog even totdat het gebied permanent werd geopend voor het publiek. Op
mooie zondagen dus naar de Plas. Eerst nog met de RET, later op de fiets, samen met zo’n beetje de halve bevolking
van Rotterdam-Zuid.
In de
periode dat wij met openbaar vervoer gingen was Anna altijd van de partij. Zoals
die keer. Wij stapten in de bus en verdeelden ons over de zitplaatsen. Anna
achterin en ik nog verder naar achter, want ik had stokken bij mij om een
zonneschermpje te maken. Anna gelijk in geanimeerd gesprek met een wildvreemde passagier.
‘You talk too much, Anna,
you talk too much’
Halverwege
stapte een jochie uit, hengelstokken in de hand. Anna zag het met een half oog.
‘Rieka, daar gaat Dirrekie!’
‘Die zit achter je, moeder.’
Bij ons uitstappen, de overige buspassagiers in koor: ‘Daar
gaat Dirrekie, dag Dirrekie.’
Er was
geen houden meer aan, vanaf dat moment was ik voor iedereen ‘Dirrekie’.
Anna’s eerste
man en een zoon heetten Dirk en er was al een kleinzoon Dirk, een zoon van
Jilles, ouder dan ik. Het was wel mooi zo.
Dirrekie
was gek op honden en nam vaak straathonden mee naar huis. Als hij dan weer
thuiskwam uit school waren zij altijd ‘weggelopen voor de stofzuiger’. Volgens velen
gaat het dan ook over hem als Wim Sonneveld jaren later met het ´Het hondje van Dirkie´ komt:
Hekkie, ´t was niet mijn schuld, mensen
hebben geen geduld.
Arm dier, ze hebben jou thuis nooit
begrepen.
Dirrekie
moet toegeven dat hij dat helemaal heeft kunnen invoelen.
‘Zo oud als
de weg naar Kralingen’ is een algemeen gebruikt gezegde. De Rotterdammer hoor
je minstens zo vaak zeggen ‘Zo oud als opoe Herfst.’ De weg naar Kralingen is
er nog steeds, opoe Herfst vanaf die zomer niet meer. Ruim 106 jaar is zij
geworden. De laatste twee jaar was zij de oudste inwoner van Nederland. Op haar
105de verjaardag was het Polygoonjournaal bij haar langs geweest en had zij van
het Amerikaanse Rode Kruis een slof sigaretten gekregen. Opoe Herfst rookte als
een schoorsteen.
De in
Amsterdam geboren Petronella Elisabeth Braams was op achttienjarige leeftijd
getrouwd met de Rotterdammer Pieter Herfst, bestuurder op de paardentram. Zij
kregen zestien kinderen. Zeventig jaar achtereen bakerde zij. Op haar
honderdste verjaardag bezocht NSB-burgemeester Müller haar. Op de vraag of zij
nog wensen had, zou zij hebben gezegd dat zij graag Wilhelmina en Juliana zou
weerzien.
In Amsterdam stichtten zeven
beeldende kunstenaars de Experimentele Groep. De kunstenaars, onder wie Karel
Appel, Corneille en Constant Nieuwenhuys, zeiden de strijd te beginnen tegen
‘de verworden esthetische opvattingen die het groeien van een nieuwe
creativiteit in de weg staan’. Uit deze groep ontstaat later de Cobra-groep.
Parijs
oefende een groeiende aantrekkingskracht uit op kunstenaars, schrijvers en
intellectuelen. Zij zouden die stad nog jaren als hun eldorado zien. Simon
Vinkenoog behoorde tot de eersten die zich er vestigden, hij vond er een
baantje bij de Unesco.
In Londen kwamen de eerste Olympische
Spelen na de oorlog. Fanny Blankers-Koen werd er viervoudig kampioen. ‘Fanny
Blankers, eenvoudig en bescheiden’, schreef Panorama naar aanleiding van
de huldiging in Amsterdam. ‘Voor alles:
huisvrouw en moeder.’
In 1999 wordt Fanny Blankers-Koen door
de internationale atletiekfederatie uitgeroepen tot internationaal atlete van
de twintigste eeuw. Rotterdam eert haar met een standbeeld.
Op Koninginnedag
werd Wilhelmina’s vijftigjarig jubileum gevierd. In het Olympisch Stadion waren
zestigduizend toeschouwers getuige van Carel Briels’ bewegingsspel In Neerlands Tuin. Op 4 september deed Wilhelmina
afstand van de troon en presenteerde zij vanaf het balkon van het Paleis op de
Dam haar dochter als opvolgster. ‘Leve onze koningin.’
Het lukte haar maar
net om het iets te enthousiaste kunstgebit binnen te houden.
Korte tijd later sloeg
in Indonesië het republikeinse leger een grote communistische opstand neer. De
Verenigde Staten dachten meteen in de republiek een trouwe bondgenoot tegen het
communisme te zien, terwijl Nederland alweer een tweede militaire actie
overwoog.
Simon Spoor (Foto: Wikiperdia) |
Dit keer wachtte er een gebruinde jongeman op zijn beurt. Ik
kende hem niet. Hij vertelde met een onbewogen gezicht hoe het in Indië was.
Over brandende kampongs en hoe hij een bajonet tussen de ribben van een plopper
dreef. Over het doodschieten van groepen Indonesiërs, met als een enige reden
de angst erin te houden. Ongeloof tekende zich af op de gezichten van de klanten,
ik gruwelde.
Generaal Spoor, de bevelhebber van de Nederlandse troepen in
Indonesië, trad nauwelijks op tegen plegers van misdrijven. Hij toonde zich
ontsteld over misdragingen maar maakte er geen werk van.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten