‘Ja’, ging
Jilles nog even op Jans woorden over de anjerprins in, ‘die Bernhard maakt zo
hier en daar nog weleens zijn peuk uit.’
‘Prins
Bernhard rookt toch pijp?’ zei ik, niet begrijpend waarom Anna zowat helemaal
in een deuk lag. Wist ik veel dat voor het door Jilles bedoelde ‘beest met twee
ruggen’ de uitdrukking eigenlijk ‘de pijp uitkloppen’ is. Rotterdammers hadden
het trouwens meer over ‘zijn platte tampie uitgooien’. Daar was de haven dan
weer, een tamp is het einde van een tros.
Dirk en
Sientje zouden het nog steeds niet willen toegeven maar Jan-met-de-pet wist al uitgebreid
van het schuinsmarcheren van de anjerprins, ofschoon dat van officiële zijde werd
ontkend of genegeerd. Nog gedurende zo’n vijftig jaar. Het was destijds ook
beter om zoiets niet hardop te zeggen, want met de wet uit Anna’s geboortejaar,
die majesteitsschennis verbood, kon je nog net zo hard worden bestraft als
voorheen, wanneer je een ‘bevriend staatshoofd’ als Adolf niet zag zitten.
De
Rotterdamse zanger Gerard Cox zou het zelfs nog weer een kleine twintig jaar
later ondervinden. Hij zong bij cabaretgroep ‘Lurelei’ het lied ‘Arme ouwe’:
(...) Ik kan wel kotsen als ik Trix of Claus
of Bernhard zie
En Juliaan is ook niet veel, dat geef ik
dadelijk toe
Ze is volstrekt verwerpelijk, maar ze lijkt
zo op me moe
Die heeft ongeveer hetzelfde soort figuur
Die heeft ook iets onzekers in haar ogen
Die kan ook zo prutsen aan d’r brilmontuur
Als ze bang is dat de mensen haar niet
mogen...
Het in
1966 door Guus Vleugel geschreven lied leidde tot Kamervragen. Er
kwam een proces-verbaal wegens ‘opzettelijke belediging de Koning of Koningin
aangedaan’, en Gerard Cox werd opgepakt, evenals de maker van het lied en
medespeler Eric Herfst. Tot een
veroordeling kwam het niet, maar bij elke volgende voorstelling zat er iemand
van de politie in de zaal. Wij hadden best wel iets geleerd van het bezoek door
onze buren van over de grens. Tegen cartoonist Willem werd in hetzelfde jaar drie
maanden cel geëist wegens majesteitsschennis. Hij had de koningin afgebeeld als
‘vrouw’ achter het raam. De prent was gemaakt naar aanleiding van de verhoging
van de toelage van de koningin, in een tijd dat over de gehele linie de lonen
werden gematigd in Nederland.
‘Geef maar, geef maar!’ Ruim vijf
miljoen.
Willem,
wiens werkelijke naam Bernhard Holtrop is, werd vrijgesproken in de zaak van de
cartoon nadat hij erop had geattendeerd dat eerst moest worden bewezen dat hij
de tekening had gemaakt. Gegrepen werd hij alsnog, 250 gulden boete moest hij
betalen wegens belediging van het openbaar gezag. Hij had een politieagent
getekend in de vorm van een hakenkruis.
Holtrop zou
in 1968 naar Frankrijk gaan om daar bekendheid te krijgen als tekenaar voor de
bladen ‘Libération’, ‘Hara-Kiri’ en ‘Charlie Hebdo’. Hij voelde zich
aangetrokken tot de harde satirische traditie in dat land. De redactie van
‘Charlie Hebdo’ werd in 2016 uitgemoord. Willem had geluk, hij was op dat
moment nog onderweg naar het redactiebureau.
Verzetsstrijders
legden waarschijnlijk de grootste inventiviteit aan de dag als zij
gevangengehouden medestrijders uit de klauwen van de moffen wilden redden. Dat
waren wel de meest gevaarlijke en spectaculaire acties. De overval op het
Rotterdamse Haagse Veer is er een treffend voorbeeld van. Soms was
zo’n actie spectaculair genoeg om er een film van te maken, zoals van de
overval door het Friese verzet op het huis van bewaring in Leeuwarden. ‘Waarbij
51 gevangen verzetsstrijders werden bevrijd, zonder dat er een schot werd
gelost’, schrijft Ad van Liempt in
zijn boek ‘De Drogist’ en hij geeft de gebeurtenis tot in details weer. De
Duitse bezetter besloot om geen represailles te nemen, waarschijnlijk omdat er
bij de actie geen geweld was gebruikt. Van Liempt noemt de overval misschien
wel het hoogtepunt uit de Nederlandse verzetsgeschiedenis en de film erover,
‘De overval’, met Kees Brusse en Rob
de Vries de best bezochte
Nederlandse film ooit. Verder brengt hij aan het licht in wat voor hel een
verzetsman na de oorlog terecht kon komen.
Samuel Esmeijer (Foto: Wikipedia) |
Hoe
gevaarlijk het was en hoe mis het kon gaan ervoer de man die zoveel succes had
met de overval op het Haagse Veer. In de Willem III kazerne in Apeldoorn zaten
leden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten gevangen. Er werden daar
ook enkele pas gearresteerde contactmannen van Samuel Esmeijer ondergebracht.
Samuel en ‘Landelijk Sabotage’-commandant Jan
van Bijnen overwogen een overval om
hen te bevrijden. Zij kozen ervoor om eerst de boel te verkennen, net als in Rotterdam.
Huib
Verschoor vervoerde hen met de auto.
Deze keer ging het hopeloos mis. Zij werden betrapt en de Duitsers wilden tot
fouillering overgaan. Er ontstond een vuurgevecht dat de drie mannen het leven
kostte. De nog geen 24 jaar oud geworden Samuel Esmeijer werd als provinciaal
leider opgevolgd door de ervaren Marinus van der Stoep, die ook bij de overval
op Haagse Veer een rol had gespeeld. Esmeijer kreeg posthuum het Verzetskruis
en Rotterdam noemde een plein naar hem.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten