Jan wist
nog weleens wat voedsel te organiseren. Vroeg hem niet hoe hij er aan kwam. In
een kast in de woonkamer had hij een dubbel plafond gemaakt, waarin soms wat
werd weggestopt. Die ruimte was niet groot genoeg om erin weg te kruipen,
anders zou Jan er op die manier ook nog gebruik van hebben gemaakt. Nu hij er
niet was, werd de situatie pas echt nijpend. Naast de granaatscherf uit 1940 en
enkele dingen die voor mij verborgen bleven, bevond zich wel nog een groot blok
honing in de ruimte. Elke dag lichtte Rieka het plafond even en kreeg ik een
eetlepel van de honing, een moment waarnaar ik met verlangen uitkeek.
Gerbrandy (Foto: Wikipedia) |
Minister-president
Gerbrandy kwam, wat niet bepaald betekende dat de in het land heersende honger
en chaos vertrokken. Generaal-majoor Kruls had nog gepoogd hem even tegen te
houden maar daarvoor moest je bij de rechtlijnige solitair van goeden huize
komen. Wat in zijn kop zat, zat niet in zijn kont. Op 25 november landde
Gerbrandy met zijn ministers op het vliegveld van het bevrijde Eindhoven.
Meteen een probleem. Zij werden aangehouden door mannen van de Binnenlandse
Strijdkrachten en konden geen geldige persoonsbewijzen tonen. Dat werd snel
opgelost en het probleempje zou al gauw in het niets verzinken, vergeleken bij
de bestuurlijke chaos waarvoor zij zich zagen gesteld. Door hun slecht
gecoördineerde komst hadden zij die ook nog verergerd.
En er werd
weer niet goed gemikt. In de Rotterdamse wijk Middelland kwam een Britse
duizendponder terecht, zonder te ontploffen dit keer. Van onschadelijk maken
was geen sprake, er lag een stuk vuurwerk in de tuin achter de Bellevoystraat
en de omwonenden zouden er mee moeten leven.
Het
verwijderen van de ‘Bellebom’ duurt nog ruim 43 jaar. Op een zondag in 1988 wordt
de bom dan toch onschadelijk gemaakt. Een klus van een uur, maar de totale
operatie beslaat de hele dag. Zevenduizend bewoners moeten op die dag hun huis
verlaten en nog eens 14 duizend mensen mogen hun huis juist niet uit.
Tweeduizend politieagenten en hulpverleners zijn betrokken bij de actie die zes
miljoen gulden kost.
Geen elektriciteit
en gas meer en het ging ook nog streng vriezen. De haard in de woonkamer aan de
Steinwegstraat was allang vervangen door een potkachel, waarin alle brandbaars
werd gestookt. Die kachel kon werkelijk roodgloeiend zijn best doen met altijd
een pan of ketel erop. De hakbijl was niet meer weg te denken als huiselijk
gereedschap, overal en door iedereen werd naar steeds moeilijker te vinden hout
gezocht, dat direct aan spaanders werd gehakt. Oud meubilair en tuinhekjes
moesten eraan geloven. Er werden ook bomen omgehakt en in de parken die er nog
waren werden houten banken en sierbruggetjes gesloopt. Er ontstonden
levensgevaarlijke situaties doordat uit beschadigde woningen al het houtwerk
werd weggehaald, ook draagbalken. Er werden schaarse kooltjes geraapt tussen de
spoorrails. Rieka en haar zus Ant sliepen in de periode dat de mannen er niet
waren op de slechtste momenten samen in een tweepersoonsbed, Ants dochter
Jannie en ik lagen dan als antipoden van de moeders aan het voeteinde. Ruimte
genoeg, vermagerd als wij waren, Ant woog nog niet veel meer dan veertig kilo,
Rieka was er iets beter aan toe. Om de kou te weren werd het bed nog eens extra
afgedekt met jassen. De arme Rieka kon meer dan eens worden overmand door een
gevoel van machteloosheid omdat het mij, huilend van de hoofdpijn door de
honger, niet lukte de slaap te vatten.
Er waren
zelfs dagen dat wij ook overdag maar beter in bed konden blijven. Overal in
Rotterdam kregen mensen last van uitputtingsverschijnselen doordat zij niet
meer dan ongeveer een kwart naar binnen kregen van het aantal calorieën dat zij
nodig hadden. Mensen die de deur uitgingen om te proberen nog iets aan voedsel
of brandstof te regelen, konden zomaar uitgeput op straat neervallen. In die
bittere kou. Er werden noodziekenhuizen opgezet voor ‘hongerpatiënten’. Dat nam
niet weg dat er steeds meer mensen kwamen te overlijden door de honger. Er was
een tekort aan doodskisten en door de strenge kou konden er een tijdlang geen
graven worden gedolven.
Het
ondergrondse medisch onderwijs kwam stil te liggen. In Leiden doken gezochte
artsen onder in het anatomisch laboratorium. Een bord hield de Duitsers buiten
de deur. Het droeg de mededeling dat er met tyfus werd gewerkt.
De
hongerperiode had onverwachte bijwerkingen. Een ervan was de ontdekking van
coeliakie, een ongeneeslijke stofwisselingsziekte, die wordt veroorzaakt door
glutenintolerantie. De Nederlandse kinderarts Willem Karel Dicke ontdekte dat bij kinderen de klachten
verminderden doordat zij minder of zelfs geen brood te eten kregen en dat de
klachten weer terugkwamen zodra er weer voldoende brood verkrijgbaar was. Aan
de hand van deze ervaringen ontwikkelde hij het glutenvrije dieet.
Voorts
melden in 2014 universitaire onderzoekers van Leiden, Columbia en Harvard dat
bij in de hongerwinter verwekte kinderen het DNA is aangepast. Daardoor hebben
zij waarschijnlijk de ongunstige omstandigheden in de baarmoeder doorstaan. Van
hongerwinterkinderen die met een normaal gewicht werden geboren zijn de
groeigenen voor de rest van het leven anders ingesteld. Op middelbare leeftijd
kan bij hen daardoor de kans op gezondheidsproblemen groter zijn dan normaal.
Zij hebben een grotere kans dan gemiddeld op het verkrijgen van een hogere
cholesterolspiegel, suikerziekte en ook schizofrenie.
Niet voor
iedereen stopt de oorlog nadat de vrede is getekend.
(wordt
vervolgd)
nnn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten