donderdag 24 november 2016

ANNA'S JAREN (180) - Tante Betje

Eindelijk. ‘Londen’ riep op tot staking bij de Nederlandse Spoorwegen. Het NSF  moest de salarissen van dertigduizend stakers betalen. Een slag, die Wally van Hall verantwoordelijk zou maken voor de omvangrijkste bankfraude die ooit in Nederland heeft plaatsgevonden. ‘Tante Betje’, was de codenaam voor een ongekend slimme en koelbloedige onderneming die 51 miljoen ging opleveren. Onder de neus van de leider van De Nederlandsche Bank, Rost van Tonningen.
De Nederlandsche Bank  had zogeheten schatkistpromessen in kluis, staatsschuldbewijzen die per stuk honderdduizend gulden waard waren. Wally liet ze namaken. Geen eenvoudige klus maar het lukte, en Gijs ging met de vervalsingen naar de Nederlandsche Bank.  Kassier-generaal C.W. Ritter haalde originele promessen uit de kluis en legde er vervalsingen voor in de plaats. Vijftien keer werd de truc herhaald en werden de originele promessen bij andere banken verzilverd.
Het NSF  wist ruim 83 miljoen gulden te verdelen onder het verzet en slachtoffers van de Duitsers. Anno 2016 hebben wij het dan over een kleine half miljard euro.

Nog drie maanden te gaan tot de bevrijding. Als represaille voor een aanslag op een lid van de Feldgendarmerie  werd Walraven van Hall voor het vuurpeloton gesleept. Toen hij in de lopen van de geweren keek, was zijn medeoprichter van het NSF,  Van den Bosch, al drie maanden dood, gefusilleerd in Westerbork.
Enkele weken na de dood van Wally werd Van Lom door verzetsmensen gegrepen en verhoord. Zij veroordeelden hem tot het drinken van een glas thee met cyanide. Dat ging mis en zijn leven werd beëindigd met een nekschot. 

Teus van Vliet verschijnt na de oorlog voor een ereraad van het verzet. Van Vliet, op dat moment redacteur van een christelijk tijdschrift, mag dan vijf jaar niets publiceren over de oorlog. Later wordt hij na uitgebreid onderzoek echter geheel gerehabiliteerd.

Monument in Benschop
(Foto: Dirk van Eijk)
In de plaats waar de in 1946 overleden schrijver Herman de Man opgroeide, het langsdorp Benschop in de Lopikerwaard, was de saamhorigheid niets minder dan in Katendrecht. Ook daar wisten zij van elkaar wie onderduikers in huis had. Anders dan op het Rotterdamse schiereiland ervoer men daar hoe verschrikkelijk zoiets mis kan gaan. De Duitsers wilden er verzetsstrijders oppakken, en stuitten op flinke weerstand, wat drie Duitse soldaten het leven kostte.
Het was nota bene een gedeserteerde Waffen-SS’er, Herman Struik die de plaatselijke verzetsgroep was gaan leiden en de mannen had geleerd met wapens om te gaan. Die wapens waren er, nadat er droppings hadden plaatsgevonden. Boerenjongens waren het nog, die zich geroepen voelden die wapens op te nemen. Het dorp was verzadigd van de onderduikers en na ‘dolle dinsdag’ waren zelfs alle verzetsmensen en onderduikers samen op de foto gegaan. Overmoedig en kortzichtig, want er woonde in het dorp, anders dan in Katendrecht, ook nog een aantal mensen die goed fout waren. Boeren, die flink verdienden aan hongerende voedselzoekers uit de steden en weigerden onderduikers te voeden. Onder leiding van Struik werd er dan bij hen het nodige gestolen. De verzetslieden zagen rover Struik als een soort Robin Hood en de bestolen boeren vonden de verzetsmensen bandieten.
Nadat zij van de aanwezigheid van verzetsmensen hadden vernomen, hadden de Duitsers de uitvalswegen van het dorp afgesloten en waren zij op aanwijzingen van een vermomde verrader boerderijen binnengestormd. De Duitsers arresteerden vijftig man en schoten er zeven dood, als represaille voor de drie man die zij hadden verloren. Passanten werden gedwongen naar de lijken te kijken.
Struik, die als eerste schoot, was al direct omgekomen. Op het herdenkingsmonument in Benschop ontbreekt zijn naam echter.
Een jaar later arresteert de Politieke Opsporingsdienst  drie verraders.

Roosevelt, Stalin en Churchill kwamen bijeen. In Jalta op de Krim, omdat Stalin weigerde zijn grondgebied te verlaten. De gesprekken gingen niet meer over strijdplannen. Er werden beslissingen genomen over het naoorlogse Europa. De drie bereikten overeenstemming over de bezettingszones in Duitsland en beloofden dat in alle landen vrije verkiezingen zouden worden gehouden.
‘Jalta’ ging er voorts mee akkoord dat deserteurs uit geallieerde legers naar hun vaderland werden teruggestuurd. Voor vele Russen een doodvonnis.
De al ernstig zieke Roosevelt raakte verbitterd doordat Stalin achteraf snel afspraken schond. Hij steunde meteen de communistische overname in Roemenië.

Er kwamen zware bombardementen op Dresden. De stad was al eerder getroffen. Dat was nog niets vergeleken bij wat het grote geallieerde bombardement nu aanrichtte. Van het oude centrum bleef nagenoeg niets over. Een oude cultuur ging in vlammen op. Mensen sprongen brandend in de Elbe, tienduizenden kwamen om.
Een week na dat grote bombardement reed Nederlands meest gevreesde nazi in de richting van Deventer. De schietgrage Henk Feldmeijer was op weg naar het front. De SS’er, die zo’n belangrijke rol bij liquidaties speelde, had het bevel gekregen over een bataljon van Landstorm Nederland.  Een geallieerde vlieger beschoot een colonne Duitse vrachtwagens en raakte ook Feldmeijers auto. Feldmeijer overleed en kreeg enkele dagen later een staatsbegrafenis in Paleis Het Loo, geheel in de stijl van de nazi’s. De  NSB-top, inclusief Rost van Tonningen, was erbij.
(wordt vervolgd)

nnn




Geen opmerkingen:

Een reactie posten