zaterdag 5 juli 2014

ANNA'S JAREN (8)

Het Witte Huis (1898)
in de huidige omgeving
(foto Dirk van Eijk)
Met de Afrikaanderwijk hoopte het gemeentebestuur het grootste deel van de nieuwkomers een woning te verschaffen. De trek naar de stad was explosief, steeds meer mensen uit Brabant en de Zuid-Hollandse eilanden kwamen werk zoeken, dat in de havens inderdaad toenam. En ook de industrie kwam op gang, de bedveren- en kapokfabriek Klütgen aan de Paul Krugerstaat had zich al in 1884 in Rotterdam gevestigd. 
Maar die toenemende industrialisatie bracht nog lang geen welvaart voor de grote massa. Nog steeds werden vaak kinderen ingezet als goedkope krachten. De nieuwkomers waren straatarm, met niet veel meer dan wat zij aan het lijf hadden naar Rotterdam gekomen en zij leden een ruw en hard leven. Geen werk of ziekte betekende geen eten en geen huisvesting.
Had je als losse bootwerker eindelijk een klus, dan betekende dat twintig tot dertig uur werken achtereen, waarna de lonen in de kroeg werden uitbetaald met als gevolg dat het drankmisbruik razend snel steeg. De Rotterdammer gebruikte gemiddeld vijftien maal zo veel alcohol als de Nederlander.
Erts- en graanboten leverden losse arbeiders het hoogste loon op maar daarvoor moesten ze het schip dan ook schep voor schep lossen, met een mand of baal op de rug uit het ruim klimmen, vervolgens het schip af naar de kade en dan weer van voren af aan.

En toch, toen de mechanisatie zijn intrede deed waren de bootwerkers niet blij, er werd  gevreesd voor nog meer werkloosheid en Rotterdam beleefde al in 1889 zijn eerste grote havenstaking. Geïnspireerd door een grote staking in Londen, belegden honderden havenarbeiders een vergadering, daarbij geholpen door de socialisten. 
De havenbaronnen waren zelfs niet bereid om te antwoorden op de geformuleerde eisen, waarop de arbeiders weigerden om aan het werk te gaan, de gehele haven lag plat. Er werd panisch gereageerd in die periode waarin het christelijke kabinet Mackay regeerde. Huzaren, schutterij en marine (meer smaken hebben we niet) werden ingezet om de stakers te intimideren, een tot ver in de twintigste eeuw geliefde methode, ook onder latere kabinetten bestaande uit vooral of uitsluitend liberalen, die de vrije markt waarin een ieder zijn prijs kan bepalen, zo lief hebben. Maar zo gauw arbeiders het niet meer willen doen voor een bedrag waarvoor zij zich geen fatsoenlijke broek aan de kont kunnen veroorloven is het legitiem om dat schorem eens even met de wapenstok in elkaar te rammen. En dat is geen geschiedenis, want in de jaren na 1945 heb ik het met eigen ogen kunnen aanschouwen.
(wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten