zaterdag 24 juni 2017

ANNA'S JAREN (222) - Ouderdomsvoorziening

Van de wederopbouw van Rotterdams binnenstad kwam voorlopig praktisch niets terecht. Alle energie ging naar het herstel van haventerreinen. Het centrum bleef een troosteloze, lege ruimte, omzoomd door de ‘brandgrens’. Mogelijkheden tot vertier bleven beperkt. Voetbal – Feijenoord, Sparta, Excelsior, Xerxes – dat was het wel zo’n beetje. En boksen, daar hielden de Rotterdammers ook van. Er bevonden zich twee groten onder hen, Bep van Klaveren en Luc van Dam. In augustus vochten zij om de Nederlandse titel in het middengewicht. In de Kuip. Wie het maar even kon betalen ging kijken. ‘De grote strijd’, vijftien ronden van drie minuten. Lang van tevoren hadden zij het er al over en na de wedstrijd, die Van Klaveren won, konden Jan en Jillis er nog niet over ophouden. Van Dam moest opgeven doordat een wenkbrauw openscheurde, een oude blessure. De revanche kwam een maand later. Luc van Dam heroverde de titel alweer in het Olympisch Stadion, doordat ditmaal Van Klaveren precies hetzelfde overkwam. Wie er ook won, het was in elk geval een Rotterdammer. Van Klaveren erover in een interview met Jules Deelder: ‘Nou ik sloeg ’m te pletteren toen die eerste keer in het stadion zèg. Dat was gelijk van pak ’m beet, weetjewel, ik hield niet van dat slome gedoe, ik sprong tussenbeien als een tijger of een panter door de ring heen, daar stond ik bekend om…’ 

Vijfenzestigplus, Anna stond er niet best voor. Onder de Ouderdomswet, die de confessionelen wilden handhaven, moesten bejaarden het zien te redden met een minimaal bedragje. En er vielen veel mensen buiten de boot. De nood onder arme ouderen was hoog. Het was tijd voor verandering. Die kwam toen Willem Drees als minister van Sociale Zaken de grondslag van sociale voorzieningen legde met de Noodwet Ouderdomsvoorziening. Drees noemde de regeling ‘Noodwet’ om te benadrukken dat het om een tijdelijke maatregel ging. De KVP zou mogelijk niet akkoord gaan met een definitieve, socialistische oplossing. De communisten gingen akkoord, hoewel zij de uitkeringen veel te laag vonden. Ongeveer de helft van de 65-plussers kwam er voor in aanmerking. Echtparen zonder inkomen kregen achttien gulden per week, Anna een tientje. Landlopers, gevangenen en andere ‘onmaatschappelijke lieden’ werden uitgesloten. Bij misbruik van sterke drank kon de uitkering worden ingetrokken. Drees was geheelonthouder.
Veel bejaarden waren blij met het minimum pensioentje. ‘Vader Drees’ werd er zeer populair door, kreeg bloemen, brieven en cadeaus.

➧ De Noodwet Ouderdomsvoorziening is de opmaat naar een uitbreiding van de sociale voorzieningen, al duurt het nog even. Toenemende welvaart en groeiend besef van sociale rechtvaardigheid zijn de motor. In 1957 wordt de Algemene Ouderdomswet van kracht, waardoor iedereen premies moet afdragen.

Thuis bij Anna in haar weinige foto´s snuffelen. Foto´s uit een oude schoenendoos één voor één in handen nemen, gebroken hoekjes rechtbuigen, omkeren, de achterkant bekijken, cryptische potloodaantekeningen proberen te ontcijferen en dan weer naar de voorkant. Fysiek genot dat geen digitaal archief kan leveren.
Op een gegeven moment had ik een bruinige, ietwat schimmige foto in handen. Van een prachtige, jonge vrouw. Oogverblindend. Ik kon mijn ogen er niet van afhouden.
´Wie is dat opoe?’
‘Dat ben ik.’
Ik bespeurde verlegenheid, Anna giechelde.
Kinderen kunnen zich er geen voorstelling van maken dat oude mensen ooit jong en mooi waren. Niet veel later zou ik een glimp van die verloren schoonheid opvangen toen ik onverwacht Anna’s kamer binnenstapte en haar betrapte op het moment dat zij toilet maakte, iets wat altijd in het verborgene gebeurde. Heur haar, normaliter bedwongen in een wrong op het achterhoofd, hing los en reikte tot aan haar middel. Voor de kapper was er geen geld. Dat haar, dat ik alleen maar als witgrijs kende, was voor de onderste dertig centimeter nog pikzwart.
Anna had ook donkere ogen, nog wat Indisch bloed in de aderen. Zij stamde af van een door een Nederlandse theeplanter bij een baboe verwekt kind. De plantage van die voorzaat, op Welgelegen, moet omvangrijk zijn geweest. En de erfenis had dat ook kunnen zijn als Soekarno geen roet in het eten had gegooid. Wat restte, waren advocatenrekeningen. De onenigheid over de betaling ervan was uitgelopen op ruzie, die ontaardde in een strijd waarbij de boerse zijde van de familie elkaar met paardendrollen bekogelde. Waarvan later verslag met een lach, door Anna.
Vervlogen illusies. Zij had mij een piano beloofd als het geld binnenklotste. Voor iedereen had Anna wat bedacht. De uitkeringen waren nog steeds niet genoeg om van te leven. Anna, die ‘van Drees ging trekken’ zag de regeling desalniettemin als een nieuw begin, gewend als zij was van nog minder rond te komen. Zij begon een leven als van een bohemienne, telkens weer blij met haar uitkerinkje, stelde zij zich in dienst van kinderen en kleinkinderen. Zodra Anna haar geld had opgestreken begon zij vanaf Katendrecht een tocht langs de familie, om gul uit te delen, mee te eten, een of twee nachtjes te slapen.
En vooral om te praten, vertellen en lachen.

‘You talk too much, Anna,
you talk too much’.

Zij legde alles lopend af en weer teruggekeerd in haar eigen woning, had zij al snel geen geld meer voor eten en moest zij een tweede ronde beginnen, ditmaal niet om uit te delen maar om te ontvangen.
En altijd praten, vertellen en lachen, dollen met kleinkinderen. Van zo’n opoe wilden zij er wel zes.
‘Wat zijn je schoenen mooi gepoetst, ze glimmen als een hondenkulleke in de manenschijn.’
Ondeugende raadsels, ondanks Jans corrigerend ‘moeder, moeder’:

Geel istie
Wit pistie
Stijf statie
Hard gatie

Hoe belangrijk moet zoiets simpels als de waterkraan ooit zijn geweest in Anna’s leven.

 (wordt vervolgd)
nnn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten